Ik had vroeger een pen-vriendin. Een echte, met brieven en postzegels. En reikhalzend uitkijken naar de postbode die een nieuwe brief uit Schotland kwam brengen. Na enkele jaren verloren we elkaar uit het oog, tot Facebook. Ze blijkt inmiddels Saoedi-Arabië te wonen en blogt op themindfuljourney.
Laatst publiceerde ze een post over Danielle Laporte. Laporte’s stokpaardje is de vraag “How would you like to feel?”. Iets wat we onszelf – of anderen- maar zelden vragen.
Er zijn wel heel veel andere vragen die ik altijd voorbij hoor komen: “wat doe je in het dagelijks leven”, “wat wil je bereiken” en aan kinderen vooral: “wat wil je worden als je later groot bent”. Hapklare vragen, die hapklare antwoorden als reactie krijgen. Daar hoef je niet over na te denken om ze te stellen, om ze te beantwoorden of te ontvangen.
Wat kinderen betreft, deze vrij gesloten “wat wil je worden als je later groot bent” komt mij ongeïnspireerd en ongeïnteresseerd over. Met kromme tenen hoor ik de volwassen vraagsteller het antwoord oordelen op basis van praktische toepasbaarheid (kun je er een droog brood mee verdienen?) en financiële potentie (kun je er een dik belegde boterham mee verdienen?).
Een gesloten vraag als deze daagt kinderen niet uit om na te denken, om zich af te vragen hoe ze zich in de toekomst zouden willen voelen. Want dat is toch een veel interessanter beeld, een visie waar je wilt staan en hoe je daarbij voelt. Niet welk beroep je denkt te gaan uitvoeren. Wat overigens nog steeds een doorn in mijn oog is, de plaag van pragmatisme: welke toegankelijke carrière ga je kiezen om zo inzetbaar mogelijk te zijn voor de maatschappij.
Deze week sprak ik een collega, die dolgraag pro-bono voor bepaalde sectoren aan de slag zou willen gaan. Maar sinds noch die sector, nog deze persoon over het budget beschikt om daar enige tijd volle energie en aandacht aan te besteden, blijft dat bij een droom. Dat is toch raar? Je zou toch waarde moeten gaan toevoegen, daar waar jij met je specifieke kennis zeer welkom bent? Niet daar waar je de omzet van een ander kan maximaliseren? Soms voelt dat zo namelijk (lees trouwens ook deze queeste van Erik Visser eens, op gebied van waardevol werk doen).
Als ik mijn 13 jarige neefje vraag hoe hij zich wil voelen, slaat hij in eerste instantie dicht trouwens. Maar na aanmoediging en veel moeite komt er een weloverwogen antwoord, waar ik nog een puntje aan kan zuigen. Een visie om van te smullen. Maar wie kan er overweg met zo’n antwoord?
Hoe wil jij je eigenlijk voelen? Nu? Morgen? Of over 5 jaar? Bedankt voor het lezen, je bent geweldig. Dat weet je toch?!